In het even amusante als inzichtrijke De Franse illusie neemt Frankrijk-kenner Mark Blaisse je mee achter de schermen van een republiek die altijd moet blijven schitteren met haar savoir-vivre. Een land vol tegenstellingen, waarin niets zo ontspannen is als het lijkt, maar waar je ondanks alles van blijft houden. Misschien wel juist omdat het zo hardnekkig in zijn eigen grandeur blijft geloven. We selecteerden een korte fragment uit een lange lijst van bijzonderheden die Blaisse in zijn boek bespreekt.
Administreren als tijdverdrijf
Door zes miljoen ambtenaren in te zetten wordt de illusie gewekt dat het land uitstekend wordt gemanaged. Vraag het aan buitenlanders die een huis willen kopen in Frankrijk, een bedrijf hopen op te zetten, of zich willen inschrijven aan een universiteit: de bureaucratie is overal en is zowel traag als ondoorzichtig. Buiten een georganiseerd lijkende bubbel heerst nog altijd inefficiënte neerbuigendheid.
In 1800 heeft de industriële revolutie Groot-Brittannië al bereikt en gaat zij richting Duitsland. In Frankrijk bestaan dan nog maar weinig grote steden en is de grote meerderheid van de bevolking werkzaam in de agrarische sector. Het land is in de negentiende eeuw wel al verdeeld in gemeenten, kantons en, sinds het begin van de Revolutie (1789-1790), departementen. Het idee was dat kinderen binnen een gemeente te voet hun school, en de volwassenen binnen een departement alle bestemmingen te paard konden bereiken. Niemand kon toen vermoeden dat twee eeuwen later werkelijk alles radicaal zou zijn veranderd. Bijvoorbeeld dat de steden overvol zouden raken en de hogesnelheidstrein ondenkbaar lange afstanden zou gaan overbruggen. Maar de administratieve infrastructuur veranderde niet mee. Alleen Griekenland kent meer gemeenten dan Frankrijk. Het telde er in 2024 34.935, verdeeld over departementen en regio’s, met hun eigen belangen, waardoor er van efficiënt bestuur geen sprake is. Integendeel, Frankrijk heeft te maken met een totale verstopping en disconnectie tussen de administratieve en de economisch-demografische plattegrond.
Het vasthouden aan het door Napoleon ingevoerd administratief systeem verklaart het grote aantal ambtenaren. Bijna zes miljoen Fransen werkten in 2024 in overheidsdienst, dat is 21,1 procent van de werkende bevolking.153 De ambtenarij is aantrekkelijk omdat personeel dat voor 1968 geboren is soms een paar jaar eerder met pensioen mag en een hogere uitkering geniet dan gepensioneerden in de particuliere sector. De werkgelegenheid is in principe tot aan het pensioen gegarandeerd en dat zet kwaad bloed bij Fransen met een modaal inkomen die vinden dat zij veel harder moeten werken voor hun geld dan hun landgenoten in overheidsdienst.
Ook oneerlijk vinden Fransen dat ambtenaren de eerste drie dagen van hun ziekmelding doorbetaald krijgen, terwijl dat niet geldt voor andere Fransen, die de eerste drie dagen onbetaald thuis zitten. De gemiddelde Franse ambtenaar meldt zich bovendien meer dan dertig dagen per jaar ziek. Als we daar de 25 betaalde vakantiedagen155 bij optellen, werkt de gemiddelde ambtenaar ruim tweeënhalve maand per jaar niet.
Het boek is gratis verkrijgbaar bij een abonnement op En Route (zolang de voorraad strekt).
Klik hier voor een abonnement…