Een streek van koningen, heiligen en schrijvers. Een laag rivierdal, een langzame stromende rivier, en daarboven een machtige burcht. Fraai beschilderde kerkjes. Ga mee zwerven langs de Vienne, bijna Loire, maar toch net niet…
En ja hoor, daar zit ie. Hoog en droog boven op zijn sokkel, aan de oever van de Vienne, kijkend naar de stad Chinon en de langsslenterende voorbijgangers. Alsof hij weer een nieuw verhaal aan het bedenken is, vol spot en avontuur maar altijd met een diepere boodschap.
De in Frankrijk uiterst bekende 16e-eeuwse schrijver François Rabelais groeide op in de streek van Chinon, die terugkomt in zijn schertsende en fantasie geschriften. We zullen hem meerdere malen tegenkomen tijdens onze omzwervingen langs de Vienne.
Het mooiste uitzicht op Chinon? Ga in de Faubourg Saint-Jacques net voor de brug links en stop dan langs het water aan de quai Danton. Je kunt er gratis parkeren, waarna je geniet van het plezier om over de brug over de Vienne naar de stad toe te lopen. Zo kun je het schitterende uitzicht op de langgerekte benedenstad met bomenrij langs de rivier op je in laten werken, met daarboven de indrukwekkende burcht, die zich aan de vorm van de heuvelrug heeft aangepast.
De burcht van Chinon ligt op een plaats die al zeker sinds 5000 jaar door mensen bewoond werd. Al zeer vroeg in de geschiedenis werd deze strategische plaats benut als veilige woonplaats. Aan het begin van de 12e eeuw bouwde Foulques IV, hertog van Anjou, op deze plaats een versterkte burcht, die de Engelse vorst Henri II Plantagenêt rond 1160 uitbreidde met een woonpaleis. Ook de Engelse vorsten Richard Leeuwenhart en Jan zonder Land heersten over Chinon, totdat na enkele jaren bloederige strijd het gebied in 1214 definitief in Franse handen kwam. Het is een indrukwekkende versterkte burcht, waarvan de versterkte muren een lengte hebben van meer dan een halve kilometer. In het midden bevindt zich het château du Milieu, de koninklijke residentie waar Karel VII in maart 1429 bezocht werd door Jeanne d’Arc, die hem haar visioenen vertelde en hem steunde in het herwinnen van zijn koninkrijk. Vanwege de drie delen van het burchtcomplex noemden de Franse koningen Chinon ook wel hun ‘drie kastelen’.
Bij een bezoek aan de burcht schrijd je door een statige toegangspoort de burcht binnen. Dit is de tour de l’Horloge, die vijf verdiepingen telt en waar de klok al sinds 1399 trouw de uren slaat. Ben je deze torenpoort eenmaal voorbij, dan vormt een brede esplanade met bomen het middelste gedeelte van de burcht, dat de overgebleven gebouwen met elkaar verbindt en waar in het seizoen animaties en evenementen plaatsvinden – zo zijn ze vandaag met een grote katapult aan het schieten. Gelukkig ligt er slechts een voetbal op het schiettuig en geen loodzware kei.
Vanuit het kasteel kun je steeds weer een andere blik werpen op de stad. Het wordt dus hoog tijd die te gaan bezoeken. Flaneer door de langgerekte oude hoofdstraat, die zich uitstrekt aan de voet van het burchtrotsen en aarzel vooral niet om wat zijstraatjes in te slaan. De oude historische as wordt tegenwoordig gevormd door de rue Haute-Saint-Maurice, de rue Voltaire en de rue Jean-Jacques Rousseau. Je komt onderweg drie kerken tegen en een keur aan prachtige oude huizen.
Het hoogtepunt wordt bereikt bij de Grand Carroi, het oude hart van de laatmiddeleeuwse stad, wat aan de prachtige vakwerkhuizen duidelijk valt af te lezen. Van hier loopt de rue du Grand Carroi naar de brug over de Vienne, stille getuige van eeuwen vol voorbijgangers. Veel van de oude houten vakwerkhuizen dateren uit de 14e of 15e eeuw, de chique tufstenen huizen zijn wat jonger. Op meerdere plaatsen in de rotswanden onder het kasteel bevinden zich grotten, die deels nog altijd gebruikt worden, met name voor de opslag en verkoop van lokale chinonwijnen.
Niet alleen koningen hebben het beeld van de rivieroevers bepaald, er is ook bijzonder veel kerkelijke kunst te vinden langs de Vienne. Het toppunt van religieuze fresco’s vind je in de parochiekerk van Tavant.
Bij binnenkomst vallen de geschilderde scènes in het koor al op, maar het hoogtepunt vind je in de intieme crypte. Het bestaan hiervan was eeuwenlang vergeten, tot die bij onderhoudswerkzaamheden tevoorschijn kwam. De fresco’s zijn daardoor uitermate goed bewaard en van een ongekende iconografische rijkdom. Tijdens de rondleiding ontsluiert Marina met verve en enthousiasme de geheimen van deze wandschilderingen. De 27 fresco’s tonen realistische en geanimeerde figuren; de thematiek is ongebruikelijk met Oriëntaalse invloeden. Kunstwetenschappers buigen zich nog steeds over de precieze betekenis en de leesvolgorde van dit verrassende en inspirerende artistieke meesterwerk.
Rivière is een nostalgisch dorpje, waarvan de oude dorpskern met zijn rug naar de Vienne gekeerd lijkt te zijn. Drie bloemrijke steegjes dalen af naar de rivier. Ooit was hier een overzetveer en telde het dorp meerdere vissers. Tegenwoordig kost het verschalken van een zalmpje je al gauw 22.500 euro boete. Op het rustige water liggen nog wel altijd meerdere toues te dobberen.
De dorpskerk ligt verborgen aan een klein binnenpleintje en ziet er van buiten slechts bescheiden uit, je zou er zo aan voorbijgaan. Duw de kerkdeur onder het afdak eens open, loop naar binnen en laat je overrompelen door de geheel beschilderde binnenzijde. Sla zeker de intieme blauwe crypte niet over en loop gerust de trappen aan weerszijden van het altaar op voor nog meer oude en modernere fresco’s.
Beeld: Jeroen Sweijen & Mairie de Tavant